Verpleegtechnischevaardigheden

  • Oren druppelen komt vaak voor omdat kinderen met het syndroom van down vaak last krijgen van oorontsteking.
  • Anamnese
  • Lichamelijke zorg
  • Vitale functies meten
  • Wondverzorging zo nodig
  • Injecteren zo nodig
  • Voorlichting aan de ouders en kind
  • Begeleiding
  • Disciplines in consult vragen
  • Nazorg inventarisatie en regelen

Aandachtspunten voor de zorg

 

  • Eten en drinken: voeding-stofwisselings patroon, observatie overgang vloeibaar naar vast voedsel, traag werkende schildklier.
  • Continentie en uitscheidings patroon
  • Mobiliteit, aandacht voor voldoende beweging
  • Aandacht voor macht misbruik
  • Communicatie

Competenties

Dit onderdeel is onder verdeeld in 3 facetten, namelijk;

  • Opvoeder
  • Begeleider
  • Coach

Opvoeder:

Je kunt het kind met een verstandelijke beperking benaderen vanuit het idee dat hij/zij nog veel te leren heeft. Je gaat er dan van uit dat ze hun hele leven een kind blijven dat moet worden opgevoed. Jij bent dan de opvoeder. 

Begeleider:

Je kunt het kind met een verstandelijke beperking ook benaderen vanuit het idee dat hij is zoals hij is. Als verpleegkundige heb je dan de taak om het kind met een verstandelijke beperking te begeleiden en zijn leven zo aangenaam mogelijk te maken. Bij deze benaderingswijze loop je de kans dat het kind met een verstandelijke beperking te veel te betuttelen en afhankelijker te maken dan nodig is.

Coach:

Een derde manier van benaderen is dat je uitgaat van het idee dat het kind met een verstandelijke beperking zichzelf ontwikkelen en eigen mogelijkheden hebben. Deze benaderingswijze sluit het meest aan bij de moderne visie op zorg voor kinderen met een verstandelijke beperking. Je helpt het kind waar nodig, maar zorgt ervoor dat hij/zij zo veel mogelijk zijn eigen keuzes kan maken. Je stimuleert hem waar mogelijk tot zelfredzaamheid.